Voorrang voor Gaza-evacués bij sociale huur, Mona Keijzer stelt Kamervragen

Minister wil evacués uit Gaza met Nederlandse verblijfstitel of paspoort voorrang geven op sociale huurwoningen. Mona Keijzer stelt vragen.

Schriftelijke vragen van het lid Keijzer (BBB) aan de Minister van VRO over de publicatie van de Internetconsultatie Huisvesting Nederlandse evacués (Overheid.nl | Consultatie Huisvesting Nederlandse evacués (internetconsultatie.nl)) d.d. 6 maart 2024.

  1. Tot wanneer loopt deze internetconsultatie en wat is de vervolgprocedure?
  2. Kan de minister onderbouwen waarom ervoor gekozen is om de Huisvestingswet 2014 hiervoor aan te passen en niet andere een andere regeling te overwegen?
  3. Heeft de minister er voldoende mee rekening gehouden dat andere Nederlandse staatsburgers in sommige gebieden al meer dan 10 jaar op de wachtlijst staan voor een sociale huurwoning?
  4. Waarom is niet overwogen om deze evacués te verwijzen naar huisvesting bij familie/vrienden of particuliere woningen zoals geldt voor andere mensen op zoek naar een woning? Kan de minister een schatting geven van het aantal mensen die gaan vallen onder deze aanpassing van de Huisvestingswet 2014?
  5. Heeft de minister de mogelijke aanzuigende werking van een dergelijke wetsaanpassing overwogen? Heeft de minister hier een duidelijke beeld van? Om hoeveel evacués gaat het? Hoeveel van deze evacués kunnen aanspraak maken op nareis vanwege gezinshereniging? Om hoeveel mensen zou dat dan gaan? Krijgen deze mensen ook voorrang op een sociale huurwoning?
  6. Kan de minister aangeven welke groepen voorrang krijgen op de wachtlijst voor sociale huur op basis van nationale wetgeving en welke groepen gemeenten daar in de huisvestingsverordeningen in de regel nog aan toevoegen?
  7. Wil de minister de kamer actief betrekken bij de procedure alvorens het doorvoeren van wijzigingen in deze regeling?
  8. Welk moment heeft de kamer de mogelijkheid om hierover met de minister in debat te gaan?
  9. Kan de minister alle bovenstaande vragen stuk voor stuk beantwoorden?
  10. Wil de minister deze vragen beantwoorden uiterlijk 19 maart 2024? Wil de minister tot die tijd geen onomkeerbare stappen nemen?
Scherm­afbeelding-2024-01-05-om-18.56.15

Voorrang voor Gaza-evacués bij sociale huur, Mona Keijzer stelt Kamervragen

Scherm­afbeelding-2024-01-05-om-18.56.15

Minister wil evacués uit Gaza met Nederlandse verblijfstitel of paspoort voorrang geven op sociale huurwoningen. Mona Keijzer stelt vragen.

Schriftelijke vragen van het lid Keijzer (BBB) aan de Minister van VRO over de publicatie van de Internetconsultatie Huisvesting Nederlandse evacués (Overheid.nl | Consultatie Huisvesting Nederlandse evacués (internetconsultatie.nl)) d.d. 6 maart 2024.

  1. Tot wanneer loopt deze internetconsultatie en wat is de vervolgprocedure?
  2. Kan de minister onderbouwen waarom ervoor gekozen is om de Huisvestingswet 2014 hiervoor aan te passen en niet andere een andere regeling te overwegen?
  3. Heeft de minister er voldoende mee rekening gehouden dat andere Nederlandse staatsburgers in sommige gebieden al meer dan 10 jaar op de wachtlijst staan voor een sociale huurwoning?
  4. Waarom is niet overwogen om deze evacués te verwijzen naar huisvesting bij familie/vrienden of particuliere woningen zoals geldt voor andere mensen op zoek naar een woning? Kan de minister een schatting geven van het aantal mensen die gaan vallen onder deze aanpassing van de Huisvestingswet 2014?
  5. Heeft de minister de mogelijke aanzuigende werking van een dergelijke wetsaanpassing overwogen? Heeft de minister hier een duidelijke beeld van? Om hoeveel evacués gaat het? Hoeveel van deze evacués kunnen aanspraak maken op nareis vanwege gezinshereniging? Om hoeveel mensen zou dat dan gaan? Krijgen deze mensen ook voorrang op een sociale huurwoning?
  6. Kan de minister aangeven welke groepen voorrang krijgen op de wachtlijst voor sociale huur op basis van nationale wetgeving en welke groepen gemeenten daar in de huisvestingsverordeningen in de regel nog aan toevoegen?
  7. Wil de minister de kamer actief betrekken bij de procedure alvorens het doorvoeren van wijzigingen in deze regeling?
  8. Welk moment heeft de kamer de mogelijkheid om hierover met de minister in debat te gaan?
  9. Kan de minister alle bovenstaande vragen stuk voor stuk beantwoorden?
  10. Wil de minister deze vragen beantwoorden uiterlijk 19 maart 2024? Wil de minister tot die tijd geen onomkeerbare stappen nemen?