BBB wil duidelijkheid over opschorten derogatie van Adema en wil in gesprek met Eurocommissaris Virginijus Sinkevičius
BBB-fractievoorzitter Caroline van der Plas heeft vragen gesteld over de mestderogatie en de inzet van Nederland in Brussel om deze terug te krijgen. Van der Plas wil meer duidelijkheid en onderbouwing van minister Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Ook heeft Van der Plas een afspraak uitstaan met de Eurocommissaris van Milieu Virginijus Sinkevičius over dit onderwerp.
De BBB-partijleider wil de nijpende mestcrisis in Nederland, waardoor duizenden melkveehouders op de rand van faillissement staan, persoonlijk met de Eurocommissaris bespreken. Het Kabinet van Sinkevičius heeft laten weten zijn best te doen om zo snel mogelijk een afspraak te regelen met de Eurocommissaris zelf, of in ieder geval met een afgevaardigde van zijn Kabinet.
“Onder het mom van ‘mestmarktverlichting’ wordt er alles aan gedaan om de Nederlandse veestapel te doen slinken. Dit terwijl de veehouderij al sinds 2020 onder het Europese stikstofplafond zit.” De ideeën van de minister om met een nieuwe uitkoopregeling te komen, vindt Van der Plas onacceptabel.
Om de mestmarkt wel te verlichten zouden nu in ieder geval de NV-gebieden (nutriënt verontreinigde gebieden) en bufferstroken een stuk kleiner kunnen worden. Dat levert per direct mestplaatsingsruimte op.
Mestderogatie topprioriteit
BBB wil dat de demissionair minister lef toont. Het terugbrengen van derogatie (de uitzondering op de Europese regels, zodat Nederlandse boeren meer dierlijke mest in plaats van kunstmest toe mogen passen) zou topprioriteit moeten krijgen. BBB wil weten wat de kansen en gevolgen zijn als Adema de derogatiebeschikking zou opschorten en terug zou vallen op de voorwaarden van de vorige derogatiebeschikking (2022).
De richting die de demissionair minister nu steeds kiest, helpt boeren, de waterkwaliteit en de natuur niks verder. Onderzoek van de NOS, in samenwerking met stikstofwetenschappers, wees in oktober 2023 bijvoorbeeld al uit dat de miljardenuitkoop van duizenden zogenoemde ‘piekbelasters’ de stikstofneerslag in Nederlandse natuurgebieden met hooguit 2,5 procent verlaagt.
Wat dan wel?
Wat kan de minister nu dan wel doen? Adema moet, gewapend met het RIVM rapport ‘landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie in 2021’, (het meest recente rapport over de waterkwaliteit op derogatiebedrijven), naar Brussel. Deze cijfers tonen immers aan dat de waterkwaliteit op bedrijven die derogatie hadden, gemiddeld beter was dan bij niet-derogatiebedrijven. Bovendien moet het onderzoek van Herman de Boer van de Wageningen Universiteit, beter onder de aandacht worden gebracht bij de Eurocommissaris voor Milieu, Sinkevičius. Dat onderzoek toont klip en klaar aan dat het gebruik van kunstmest veel slechter is voor de bodem- en waterkwaliteit dan rundveemest. Veehouders moeten door de afbouw van derogatie nu eerder en meer kunstmest gebruiken. Dit is het paard achter de wagen spannen. Daarnaast zouden de meetgegevens van de waterkwaliteit die wél naar Brussel worden gestuurd, eens flink onder de loep moeten worden genomen. Door de juiste meetgegevens kan er mogelijk weer een nieuwe derogatie worden afgegeven.
RENURE
BBB ziet heel veel in een plan om groots in te zetten op de verwerking van dierlijke mest voor RENURE (kunstmestvervanger op basis van dierlijke mest). De Europese Commissie wil dit ook versneld toestaan. Van der Plas wil ook hierover in gesprek met Eurocommissaris Sinkevičius
De Kamervragen die zondag 14 april zijn ingediend
- Als Nederland nu besluit de mestderogatiebeschikking van september 2022 op te schorten en zich te houden aan de derogatiebeschikking die gold tot en met 2023, wat is dan het mechanisme van de Europese Commissie dat in werking zou treden met betrekking tot een eventuele inbreukprocedure? Kunt u deze stappen stuk voor stuk aangeven en daarbij een tijdspad toevoegen?
- Nederland zou volgens de minister per direct de derogatiebeschikking kunnen verliezen als we ons niet aan de beschikking houden, waarop is dit gebaseerd en is daar documentatie over beschikbaar? Hoe waarschijnlijk is het dat dit ook daadwerkelijk gebeurt?
- De minister zei bij het EU-LNV debat van 9 april 2024 dat een infractieprocedure door de Europese Commissie kan leiden tot dwangsommen van “honderden miljoenen zo niet meer”, waarop zijn die getallen gebaseerd en op welke termijn zouden die dwangsommen dan opgelegd kunnen gaan worden? Hoe waarschijnlijk is het dat dit ook daadwerkelijk gebeurt?
- De minister stelde ook in bovenstaand debat dat als Nederland zich niet aan de nieuwe derogatiebeschikking houdt de gevolgen voor boeren ook groot zouden kunnen zijn “bijvoorbeeld het intrekken van GLB subsidies”. Waarop is dit gebaseerd en is daarvan documentatie beschikbaar? Hoe waarschijnlijk is het dat dit ook daadwerkelijk gebeurt? En op welke termijn zou dit gebeuren?
- Een infractieprocedure zou volgens de minister ook kunnen betekenen dat Nederland in het vervolg een structurele korting krijgen op de gelden uit het Gemeenschappelijk Landbouweleid (GLB), waarop is dit gebaseerd en is daarvan documentatie beschikbaar? Hoe waarschijnlijk is het dat dit ook daadwerkelijk gebeurt?
- Is het waarschijnlijk dat een infractieprocedure door de Europese Commissie over de derogatie echt anders verloopt dan bijvoorbeeld de infractieprocedure tegen het ministerie van I&W over de aanbesteding voor de NS? Zo ja, waarom?
- Tijdens het LNV debat zei de demissionair minister dat als hij in Europa vraagt naar de derogatiebeschikking, de reactie is: “hoe zit het met jullie handhaving eigenlijk?” Bij wie komt deze reactie vandaan en is daar documentatie van? Wat is de verdere context van deze vraag over handhaving?
- In de Nitraatrichtlijn staat het volgende: “Deze bepaalde hoeveelheid per hectare is de hoeveelheid mest die 170 kg N (stikstof) bevat. De lidstaten mogen evenwel gedurende en na het eerste actieprogramma van vier jaar andere hoeveelheden dan de bovengenoemde vaststellen. Deze hoeveelheden moeten zodanig worden vastgesteld dat geen afbreuk wordt gedaan aan het bereiken van de in artikel 1 genoemde doelstellingen, en zij moeten worden gemotiveerd aan de hand van objectieve criteria, bij voorbeeld: etc. etc. etc. “. In hoeverre kan Nederland dit artikel inroepen en een hogere hoeveelheid stikstof dan 170 KG toestaan?
- Wat als Nederland met een gedoogbeleid komt en Nederlandse boeren onder het gedoogbeleid meer mest mogen uitrijden dan onder de huidige beschikking? Klopt het dat organisaties niet naar de rechter kunnen stappen om een procedure te starten over dit gedoogbeleid? Zo nee, wat zouden de gevolgen kunnen zijn van zulke procedures? Over wat voor tijdspad hebben we het dan?
- Heeft de Europese Commissie mogelijkheden tot versoepeling als op basis van redelijkheid en billijkheid een maatschappelijke sector binnen een lidstaat onevenredig schade dreigt te ondervinden als gevolg van Europese beleidsuitwerking? Zo ja, wat zijn deze mogelijkheden?
- Kunt u deze vragen, inclusief de deelvragen één voor één beantwoorden en (ruim) vóór het debat Mestbeleid op 25 april?
BBB wil duidelijkheid over opschorten derogatie van Adema en wil in gesprek met Eurocommissaris Virginijus Sinkevičius
BBB-fractievoorzitter Caroline van der Plas heeft vragen gesteld over de mestderogatie en de inzet van Nederland in Brussel om deze terug te krijgen. Van der Plas wil meer duidelijkheid en onderbouwing van minister Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Ook heeft Van der Plas een afspraak uitstaan met de Eurocommissaris van Milieu Virginijus Sinkevičius over dit onderwerp.
De BBB-partijleider wil de nijpende mestcrisis in Nederland, waardoor duizenden melkveehouders op de rand van faillissement staan, persoonlijk met de Eurocommissaris bespreken. Het Kabinet van Sinkevičius heeft laten weten zijn best te doen om zo snel mogelijk een afspraak te regelen met de Eurocommissaris zelf, of in ieder geval met een afgevaardigde van zijn Kabinet.
“Onder het mom van ‘mestmarktverlichting’ wordt er alles aan gedaan om de Nederlandse veestapel te doen slinken. Dit terwijl de veehouderij al sinds 2020 onder het Europese stikstofplafond zit.” De ideeën van de minister om met een nieuwe uitkoopregeling te komen, vindt Van der Plas onacceptabel.
Om de mestmarkt wel te verlichten zouden nu in ieder geval de NV-gebieden (nutriënt verontreinigde gebieden) en bufferstroken een stuk kleiner kunnen worden. Dat levert per direct mestplaatsingsruimte op.
Mestderogatie topprioriteit
BBB wil dat de demissionair minister lef toont. Het terugbrengen van derogatie (de uitzondering op de Europese regels, zodat Nederlandse boeren meer dierlijke mest in plaats van kunstmest toe mogen passen) zou topprioriteit moeten krijgen. BBB wil weten wat de kansen en gevolgen zijn als Adema de derogatiebeschikking zou opschorten en terug zou vallen op de voorwaarden van de vorige derogatiebeschikking (2022).
De richting die de demissionair minister nu steeds kiest, helpt boeren, de waterkwaliteit en de natuur niks verder. Onderzoek van de NOS, in samenwerking met stikstofwetenschappers, wees in oktober 2023 bijvoorbeeld al uit dat de miljardenuitkoop van duizenden zogenoemde ‘piekbelasters’ de stikstofneerslag in Nederlandse natuurgebieden met hooguit 2,5 procent verlaagt.
Wat dan wel?
Wat kan de minister nu dan wel doen? Adema moet, gewapend met het RIVM rapport ‘landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie in 2021’, (het meest recente rapport over de waterkwaliteit op derogatiebedrijven), naar Brussel. Deze cijfers tonen immers aan dat de waterkwaliteit op bedrijven die derogatie hadden, gemiddeld beter was dan bij niet-derogatiebedrijven. Bovendien moet het onderzoek van Herman de Boer van de Wageningen Universiteit, beter onder de aandacht worden gebracht bij de Eurocommissaris voor Milieu, Sinkevičius. Dat onderzoek toont klip en klaar aan dat het gebruik van kunstmest veel slechter is voor de bodem- en waterkwaliteit dan rundveemest. Veehouders moeten door de afbouw van derogatie nu eerder en meer kunstmest gebruiken. Dit is het paard achter de wagen spannen. Daarnaast zouden de meetgegevens van de waterkwaliteit die wél naar Brussel worden gestuurd, eens flink onder de loep moeten worden genomen. Door de juiste meetgegevens kan er mogelijk weer een nieuwe derogatie worden afgegeven.
RENURE
BBB ziet heel veel in een plan om groots in te zetten op de verwerking van dierlijke mest voor RENURE (kunstmestvervanger op basis van dierlijke mest). De Europese Commissie wil dit ook versneld toestaan. Van der Plas wil ook hierover in gesprek met Eurocommissaris Sinkevičius
De Kamervragen die zondag 14 april zijn ingediend
- Als Nederland nu besluit de mestderogatiebeschikking van september 2022 op te schorten en zich te houden aan de derogatiebeschikking die gold tot en met 2023, wat is dan het mechanisme van de Europese Commissie dat in werking zou treden met betrekking tot een eventuele inbreukprocedure? Kunt u deze stappen stuk voor stuk aangeven en daarbij een tijdspad toevoegen?
- Nederland zou volgens de minister per direct de derogatiebeschikking kunnen verliezen als we ons niet aan de beschikking houden, waarop is dit gebaseerd en is daar documentatie over beschikbaar? Hoe waarschijnlijk is het dat dit ook daadwerkelijk gebeurt?
- De minister zei bij het EU-LNV debat van 9 april 2024 dat een infractieprocedure door de Europese Commissie kan leiden tot dwangsommen van “honderden miljoenen zo niet meer”, waarop zijn die getallen gebaseerd en op welke termijn zouden die dwangsommen dan opgelegd kunnen gaan worden? Hoe waarschijnlijk is het dat dit ook daadwerkelijk gebeurt?
- De minister stelde ook in bovenstaand debat dat als Nederland zich niet aan de nieuwe derogatiebeschikking houdt de gevolgen voor boeren ook groot zouden kunnen zijn “bijvoorbeeld het intrekken van GLB subsidies”. Waarop is dit gebaseerd en is daarvan documentatie beschikbaar? Hoe waarschijnlijk is het dat dit ook daadwerkelijk gebeurt? En op welke termijn zou dit gebeuren?
- Een infractieprocedure zou volgens de minister ook kunnen betekenen dat Nederland in het vervolg een structurele korting krijgen op de gelden uit het Gemeenschappelijk Landbouweleid (GLB), waarop is dit gebaseerd en is daarvan documentatie beschikbaar? Hoe waarschijnlijk is het dat dit ook daadwerkelijk gebeurt?
- Is het waarschijnlijk dat een infractieprocedure door de Europese Commissie over de derogatie echt anders verloopt dan bijvoorbeeld de infractieprocedure tegen het ministerie van I&W over de aanbesteding voor de NS? Zo ja, waarom?
- Tijdens het LNV debat zei de demissionair minister dat als hij in Europa vraagt naar de derogatiebeschikking, de reactie is: “hoe zit het met jullie handhaving eigenlijk?” Bij wie komt deze reactie vandaan en is daar documentatie van? Wat is de verdere context van deze vraag over handhaving?
- In de Nitraatrichtlijn staat het volgende: “Deze bepaalde hoeveelheid per hectare is de hoeveelheid mest die 170 kg N (stikstof) bevat. De lidstaten mogen evenwel gedurende en na het eerste actieprogramma van vier jaar andere hoeveelheden dan de bovengenoemde vaststellen. Deze hoeveelheden moeten zodanig worden vastgesteld dat geen afbreuk wordt gedaan aan het bereiken van de in artikel 1 genoemde doelstellingen, en zij moeten worden gemotiveerd aan de hand van objectieve criteria, bij voorbeeld: etc. etc. etc. “. In hoeverre kan Nederland dit artikel inroepen en een hogere hoeveelheid stikstof dan 170 KG toestaan?
- Wat als Nederland met een gedoogbeleid komt en Nederlandse boeren onder het gedoogbeleid meer mest mogen uitrijden dan onder de huidige beschikking? Klopt het dat organisaties niet naar de rechter kunnen stappen om een procedure te starten over dit gedoogbeleid? Zo nee, wat zouden de gevolgen kunnen zijn van zulke procedures? Over wat voor tijdspad hebben we het dan?
- Heeft de Europese Commissie mogelijkheden tot versoepeling als op basis van redelijkheid en billijkheid een maatschappelijke sector binnen een lidstaat onevenredig schade dreigt te ondervinden als gevolg van Europese beleidsuitwerking? Zo ja, wat zijn deze mogelijkheden?
- Kunt u deze vragen, inclusief de deelvragen één voor één beantwoorden en (ruim) vóór het debat Mestbeleid op 25 april?